Uitgelichte vensters:Schoolfoto's openbare scholen Easterlittens en Baard -Lees meerTekst: © Doarpsbelang Easterlittens Foto: © Pastorie Baerderdyk De Pastorie is in 1829 gebouwd door de plaatselijke timmerbazen Fedde van der Meulen, Hette van Tuinen en Willem van der Schaaf. De aanneemsom bedroeg fl. 4977,=. Het gebouw heeft dienst gedaan tot 1961. Het gebouw is verkocht voor fl. 7.000,= en in 1965 gesloopt. Op het terrein van de pastorie en de bijbehorende tuin zijn daarna de woningen van de Balthasar Beckerstrjitte gebouwd. Lees meerTekst: © J. Oostra. Uit de geschiedenis van Oosterlittens Foto: © nbDe Baerderdyk in vroeger tijden Easterlittens bezat vroeger ook een prachtige pastorie. Deze was gelegen op de plek van de huidige woningen Baerderdyk 7 en 9. Op de plek van de pastorietuin zijn later de woningen aan de Balthasar Beckerstrjitte gebouwd. Het blijft jammer dat deze prachtige oude pastorie verdwenen is. Het was een imposant gebouw. Tegenover deze pastorie (Baerderdyk 2) was een boerderijtje waar Durk Olivier zijn ‘hurddravers’ had. Hij had paarden die gefokt werden voor de draverij. Hij bezat een sinteldrafbaan direct aan de overkant van de grote weg, tegenover het ‘spultsje’ van Breimer. Daar trainde hij zijn paarden. In de woning Baerderdyk 4 woonde ‘skeerder Van der Burg’. Dit was een herenkapper. Zaterdagavond gingen de mannen naar Van der Burg. Men schoor zich toentertijd niet, zoals nu elke dag, maar één keer per week. En dan op zaterdagavond. Dan was men keurig netjes voor de zondag. Voor naar de Kerk of voor visite. Deze ‘knipbeurt’ had ook een sterk sociaal karakter. Allerhande nieuwtjes werden dan op dat moment gedeeld. Lief en leed. Vanzelfsprekend was je zelf ook wel eens het gesprek van onderwerp. Natuurlijk niet wanneer je er bij stond. Zo is het gezegde ontstaan: ‘hij wurd knipt en skeert tagelyk’. Hij wordt geknipt en geschoren tegelijkertijd. Op het adres Baerderdyk 12 was vroeger een smederij. De smid was de eerste ‘automobiel bezitter’ van het dorp. Hij werd een Smederij annex Taxirijderij. Lees meerTekst: © Tine Folkerts-Seffinga Foto: © A. Warburg, Franeker. Uitgave R. TalsmaIt Hynstewaed in vroeger tijden Voor het huis Hynstewaed 1, 3 en 5 was vroeger een slootje (in het Fries een slinke). Het was de bedoeling dat de paarden eerst door het slootje liepen, om vervolgens het huis aan de rechterkant te betreden. De straatnaam Hynstewaed is hierop gebaseerd (letterlijk vertaald: paarden waden). De paarden hun hoeven en benen waren door het waadden schoon geworden en nu konden de oude ijzers worden verwijderd en de paarden opnieuw beslagen. Doorlopend konden zij het pand weer verlaten. Het hele gebouw was toen eigendom van de heer Dirk Minkema (1852-1887). Hij had een schaatsmakerij: “Minkema Schaatsenmakerij”. Het linkerdeel, (zeg maar een kwart van de totale lengte) was de schaatsmakerij en het rechterdeel was de werkplaats van de hoefsmid. Toen Prinses Wilhelmina twee jaar was, kreeg ze van “Minkema Schaatsenmakerij” een paar schaatsen. Hierop heeft zij het schaatsen geleerd. Toen de schaatsen te klein waren geworden, heeft Prinses Wilhelmina de schaatsjes teruggestuurd met een bedankbrief. De bewuste schaatsjes met brief zijn vandaag de dag te bewonderen in het Scheepsvaartmuseum te Sneek. Tijdens de Spaanse griep (1918-1919) stierven er veel mensen. Zo ook een arbeider van Minkema. Jurjen Seffinga was een arbeider die door Minkema niet gemist kon worden en “Minkema Schaatsenmakerij” ging failliet. Tegenover de schaatsmakerij van Minkema was een slagerij, slagerij Felkers. Dit is nu het stukje groen achter “het paaltje van Easterlittens”. Deze slager was beroemd in Littens en omgeving. Niet om zijn gehakt, waar overigens niets mis mee was, maar om zijn “neusdrip”. Er waren in de periode 1935 – 1965 twee slagers in Easterlittens. De ene week haalde je gehakt bij de ene slager en de andere week bij de andere slager. Eerlijk verdeeld. Slager Felkers had de gewoonte om, na het gehakt of andere producten gepakt te hebben, steevast zijn neusdrup af te vegen waarna hij, met dezelfde hand, hij je het vlees aangaf. Dus de ene week was er ‘vlees mét’ en de andere week ‘vlees zonder’. Het verhaal van het paaltje van Easterlittens is bekend. Zo'n zelfde verhaal wordt ook verteld in Berlijn. De strekking van het verhaal: het grootste geluk is nog steeds thuis te vinden! In je eigen achtertuin. Achter de slagerij waren er allemaal kleine “genearingkjes” oftewel kleine ondernemingen. Had je een paar koeien en verkocht je melk, je kon net zo goed nog vanaf de zoldertrap iets er naast verkopen zoals: zeep, spelden, stof, band, naaiartikelen etc. Zo had je een klein boerderijtje op adres It Hynstewaed 2. Daar woonden Jan en Sep de Jong. Op adres It Hynstewaed 4 zat het Timmerbedrijf “Gaasterland”. Dit bedrijf is later overgenomen door Sietse Lok. Daarnaast, op It Hynstewaed 6, woonden de “Jellema's”. Een grote huishouding en érg kerkelijk. De Jellema's hadden ook in de laatste maanden van de oorlog (WOII) evacuees. Op een moment was de heer Jellema ziek en lag op bed. Eén van de evacuees moest melken. Maar het melken lukte niet, geen drup. Het verhaal gaat dat de heer Harry Cuypers de Maagd Maria heeft aangeroepen en hij vertelde later dat er toen nog nooit zó veel melk was gekomen als die keer! Mevrouw Jellema had vier werkhuizen. Waar ze werkte daar blonken de koperen deurkrukken en de ramen schitterden je tegemoet. Maar in haar eigen huishouding ‘plakte je aan de voordeur vast’. Ze was zo moe van al dat werken bij een ander, voor thuis had ze geen energie meer over. Naast de oude school zat op It Hynstewaed 13 garage Hilverda. Lees meerTekst: © Tine Folkerts-Seffinga Foto: © Uitg. Dijkstra's boekhandelDe roedematen Rond het jaar 1500 getuigde een monnik uit het klooster Thabor dat er in Easterlittens in de zuidmuur van de kerk drie roedematen in de muur zijn aangegeven. Roedematen zijn lengtematen die worden gebruikt om de oppervlakte van een stuk land te meten. Wie ging meten wilde dat natuurlijk doen met een eerlijke maat. De plaats waar die vroege Friezen de eerlijkheid zochten was de kerk. Dus werden de roedematen aan de kerkmuur bevestigd. Als er land gemeten moest worden kon je aan de hand van die roedematen controleren of de meetketting die je ging gebruiken de juiste lengte had. Hier rond Easterlittens en wijde omgeving zijn de meeste roeden twaalf voet lang. De roedematen aan de St. Margryt zijn 4,09 meter, 3,92 meter en 3,89 meter lang. De middelste roedemaat is de bekende Friese Koningsroede. De kortste is de roede van Baarderadeel en de langste werd gebruikt om de lage buitenlanden te meten. Die grond was toen niet zoveel waard, omdat ze het grootste deel van het jaar onder water stond. Bij de restauratie aan de buitenkant van de St. Margryt in 1994 bleken de roedematen nog aanwezig te zijn; ze werden gevonden op de zoldering van het kerkgebouw. Bovendien bleek dat er nog drie stukken ijzer in het bovenste gedeelte van de zuidmuur zaten. Bij nadere beschouwing bleken dat de bovenste ophangpunten te zijn van de meetkettingen. Lees meerTekst: © Pieter van Gunst en Roelof Hankel Foto: © HJMNomineer een onderwerp voor deze dorpscanon Locatie
Schoolfoto's openbare scholen Easterlittens en Baard -Lees meerTekst: © Doarpsbelang Easterlittens Foto: ©
Pastorie Baerderdyk De Pastorie is in 1829 gebouwd door de plaatselijke timmerbazen Fedde van der Meulen, Hette van Tuinen en Willem van der Schaaf. De aanneemsom bedroeg fl. 4977,=. Het gebouw heeft dienst gedaan tot 1961. Het gebouw is verkocht voor fl. 7.000,= en in 1965 gesloopt. Op het terrein van de pastorie en de bijbehorende tuin zijn daarna de woningen van de Balthasar Beckerstrjitte gebouwd. Lees meerTekst: © J. Oostra. Uit de geschiedenis van Oosterlittens Foto: © nb
De Baerderdyk in vroeger tijden Easterlittens bezat vroeger ook een prachtige pastorie. Deze was gelegen op de plek van de huidige woningen Baerderdyk 7 en 9. Op de plek van de pastorietuin zijn later de woningen aan de Balthasar Beckerstrjitte gebouwd. Het blijft jammer dat deze prachtige oude pastorie verdwenen is. Het was een imposant gebouw. Tegenover deze pastorie (Baerderdyk 2) was een boerderijtje waar Durk Olivier zijn ‘hurddravers’ had. Hij had paarden die gefokt werden voor de draverij. Hij bezat een sinteldrafbaan direct aan de overkant van de grote weg, tegenover het ‘spultsje’ van Breimer. Daar trainde hij zijn paarden. In de woning Baerderdyk 4 woonde ‘skeerder Van der Burg’. Dit was een herenkapper. Zaterdagavond gingen de mannen naar Van der Burg. Men schoor zich toentertijd niet, zoals nu elke dag, maar één keer per week. En dan op zaterdagavond. Dan was men keurig netjes voor de zondag. Voor naar de Kerk of voor visite. Deze ‘knipbeurt’ had ook een sterk sociaal karakter. Allerhande nieuwtjes werden dan op dat moment gedeeld. Lief en leed. Vanzelfsprekend was je zelf ook wel eens het gesprek van onderwerp. Natuurlijk niet wanneer je er bij stond. Zo is het gezegde ontstaan: ‘hij wurd knipt en skeert tagelyk’. Hij wordt geknipt en geschoren tegelijkertijd. Op het adres Baerderdyk 12 was vroeger een smederij. De smid was de eerste ‘automobiel bezitter’ van het dorp. Hij werd een Smederij annex Taxirijderij. Lees meerTekst: © Tine Folkerts-Seffinga Foto: © A. Warburg, Franeker. Uitgave R. Talsma
It Hynstewaed in vroeger tijden Voor het huis Hynstewaed 1, 3 en 5 was vroeger een slootje (in het Fries een slinke). Het was de bedoeling dat de paarden eerst door het slootje liepen, om vervolgens het huis aan de rechterkant te betreden. De straatnaam Hynstewaed is hierop gebaseerd (letterlijk vertaald: paarden waden). De paarden hun hoeven en benen waren door het waadden schoon geworden en nu konden de oude ijzers worden verwijderd en de paarden opnieuw beslagen. Doorlopend konden zij het pand weer verlaten. Het hele gebouw was toen eigendom van de heer Dirk Minkema (1852-1887). Hij had een schaatsmakerij: “Minkema Schaatsenmakerij”. Het linkerdeel, (zeg maar een kwart van de totale lengte) was de schaatsmakerij en het rechterdeel was de werkplaats van de hoefsmid. Toen Prinses Wilhelmina twee jaar was, kreeg ze van “Minkema Schaatsenmakerij” een paar schaatsen. Hierop heeft zij het schaatsen geleerd. Toen de schaatsen te klein waren geworden, heeft Prinses Wilhelmina de schaatsjes teruggestuurd met een bedankbrief. De bewuste schaatsjes met brief zijn vandaag de dag te bewonderen in het Scheepsvaartmuseum te Sneek. Tijdens de Spaanse griep (1918-1919) stierven er veel mensen. Zo ook een arbeider van Minkema. Jurjen Seffinga was een arbeider die door Minkema niet gemist kon worden en “Minkema Schaatsenmakerij” ging failliet. Tegenover de schaatsmakerij van Minkema was een slagerij, slagerij Felkers. Dit is nu het stukje groen achter “het paaltje van Easterlittens”. Deze slager was beroemd in Littens en omgeving. Niet om zijn gehakt, waar overigens niets mis mee was, maar om zijn “neusdrip”. Er waren in de periode 1935 – 1965 twee slagers in Easterlittens. De ene week haalde je gehakt bij de ene slager en de andere week bij de andere slager. Eerlijk verdeeld. Slager Felkers had de gewoonte om, na het gehakt of andere producten gepakt te hebben, steevast zijn neusdrup af te vegen waarna hij, met dezelfde hand, hij je het vlees aangaf. Dus de ene week was er ‘vlees mét’ en de andere week ‘vlees zonder’. Het verhaal van het paaltje van Easterlittens is bekend. Zo'n zelfde verhaal wordt ook verteld in Berlijn. De strekking van het verhaal: het grootste geluk is nog steeds thuis te vinden! In je eigen achtertuin. Achter de slagerij waren er allemaal kleine “genearingkjes” oftewel kleine ondernemingen. Had je een paar koeien en verkocht je melk, je kon net zo goed nog vanaf de zoldertrap iets er naast verkopen zoals: zeep, spelden, stof, band, naaiartikelen etc. Zo had je een klein boerderijtje op adres It Hynstewaed 2. Daar woonden Jan en Sep de Jong. Op adres It Hynstewaed 4 zat het Timmerbedrijf “Gaasterland”. Dit bedrijf is later overgenomen door Sietse Lok. Daarnaast, op It Hynstewaed 6, woonden de “Jellema's”. Een grote huishouding en érg kerkelijk. De Jellema's hadden ook in de laatste maanden van de oorlog (WOII) evacuees. Op een moment was de heer Jellema ziek en lag op bed. Eén van de evacuees moest melken. Maar het melken lukte niet, geen drup. Het verhaal gaat dat de heer Harry Cuypers de Maagd Maria heeft aangeroepen en hij vertelde later dat er toen nog nooit zó veel melk was gekomen als die keer! Mevrouw Jellema had vier werkhuizen. Waar ze werkte daar blonken de koperen deurkrukken en de ramen schitterden je tegemoet. Maar in haar eigen huishouding ‘plakte je aan de voordeur vast’. Ze was zo moe van al dat werken bij een ander, voor thuis had ze geen energie meer over. Naast de oude school zat op It Hynstewaed 13 garage Hilverda. Lees meerTekst: © Tine Folkerts-Seffinga Foto: © Uitg. Dijkstra's boekhandel
De roedematen Rond het jaar 1500 getuigde een monnik uit het klooster Thabor dat er in Easterlittens in de zuidmuur van de kerk drie roedematen in de muur zijn aangegeven. Roedematen zijn lengtematen die worden gebruikt om de oppervlakte van een stuk land te meten. Wie ging meten wilde dat natuurlijk doen met een eerlijke maat. De plaats waar die vroege Friezen de eerlijkheid zochten was de kerk. Dus werden de roedematen aan de kerkmuur bevestigd. Als er land gemeten moest worden kon je aan de hand van die roedematen controleren of de meetketting die je ging gebruiken de juiste lengte had. Hier rond Easterlittens en wijde omgeving zijn de meeste roeden twaalf voet lang. De roedematen aan de St. Margryt zijn 4,09 meter, 3,92 meter en 3,89 meter lang. De middelste roedemaat is de bekende Friese Koningsroede. De kortste is de roede van Baarderadeel en de langste werd gebruikt om de lage buitenlanden te meten. Die grond was toen niet zoveel waard, omdat ze het grootste deel van het jaar onder water stond. Bij de restauratie aan de buitenkant van de St. Margryt in 1994 bleken de roedematen nog aanwezig te zijn; ze werden gevonden op de zoldering van het kerkgebouw. Bovendien bleek dat er nog drie stukken ijzer in het bovenste gedeelte van de zuidmuur zaten. Bij nadere beschouwing bleken dat de bovenste ophangpunten te zijn van de meetkettingen. Lees meerTekst: © Pieter van Gunst en Roelof Hankel Foto: © HJM