Uitgelichte vensters:

In de 17e eeuw was er al geregeld sprake van briefverkeer, vooral tussen de steden. Voor de dorpen lag het moeilijker. Iemand reisde naar de stad en nam een brief of pakje mee en bezorgde dat op het juiste adres. Tot het midden van de 19e eeuw hebben de trekschuitschippers actief meegewerkt aan het overbrengen van brieven en pakketten. In 1851 kwam er een nieuwe wet op het postwezen tot stand. Vijf inwoners van Easterlittens verzochten het gemeentebestuur van Baarderadeel om maatregelen te nemen om een geregelde postdienst op het dorp te krijgen. De herbergier van Huylckenstein kwam met het gemeentebestuur overeen om als eerste postbesteller op te treden. Hij zal de brieven voor Easterlittens direct na aankomst van de trekschepen aan de adressen bezorgen. Voor het rondbrengen van iedere brief of klein pakje ontvangt hij 21/2 cent, voor grotere voorwerpen een vergoeding naar evenredigheid. De PTT stond nog in de kinderschoenen, de eerste postzegels verschenen pas in 1852. Na Piekema worden in de beginperiode als postbestellers Andries Roelofs Zijlstra en Sjoerd Sijbes de Vries genoemd. Laatstgenoemde vertrok in 1881 naar Weidum en werd opgevolgd door Pieter Johanneszn Wagenmakers uit Baard. Hij liet in 1886 een woning bouwen op It Plein (A) dat tevens werd gebruikt als postkantoor. In 1904 werd zijn zoon Pieter Pietersz Wagenmakers kantoorhouder in het pand Huylckensteinstrjitte 1 (B). In 1908 werd door verschillende inwoners van Easterlittens een verzoek aan het gemeentebestuur gericht om het pand tevens in te richten als hulptelegraafkantoor. Dit gebeurde een jaar later. In 1914 bouwden de kerkvoogden een nieuw pand op de hoek van It Plein (C). In het pand werd tevens een telefooncentrale aangelegd en in 1914 kreeg Easterlittens eindelijk een verbinding met het telefoonnet. Kantoorhouder Pieter Wagenmakers was in het nieuwe pand werkzaam van 1914 tot 1940. Hij werd opgevolgd door zijn oomzegster Janke Oosterhof-Wagenmakers. In 1947 werd zij opgevolgd door haar man Sipke Oosterhof. In 1969 werd het postkantoor een postagentschap dat van 1969 tot 1973 werd waargenomen door Romke Lemstra en vanaf 1973 door Geesje Oost-Lukkes, beide in pand (D) aan De Brân.

Houtzaagmolen (A) De houtzaagmolen “De Geregtigheid” was gelegen aan het eind van de Molenopvaart en moet in de jaren 1750-1751 zijn gebouwd. De houtmolen was toegerust met drie zaagramen. Dit betekent dat drie boomstammen tegelijk tot planken verzaagd konden worden. De bouwer en eigenaar van de molen, de molenmaker en timmerman Riemer Louws uit Easterlittens, bouwde in 1751 naast de molen het molenaarshuis. Hij verhuisde van de “Buorren” naar de molen en vestigde zich daar als meester timmerman, molenmaker, houtzaagmolenaar en houthandelaar. Hij overleed in 1807. De familie Van der Meulen heeft het bedrijf tot 1856 in bezit gehad. In dat jaar werd de houtmolen met woning, houtschuur en knechtswoning verkocht aan drie familieleden Reisma. Van hen werd Simon Sikke Reisma uit Beetgum de nieuwe houtmolenaar. Hij overleed in 1871. Simon Hijlkes Reisma was molenaar tot 1892 en Atze Pieters de Vries van 1892 tot 1894. Daarna is de molen nog enkele keren van eigenaar veranderd. In 1894 is de molen gesloopt. Vermoedelijk was de concurrentie van de stoomzagerijen te groot geworden. De houthandel maakte plaats voor de veehouderij. Korenmolen (B) De korenmolen “Op Hoop” werd in 1836 gebouwd op het eind van It String aan de Frjentsjerter Feart. De stichter van de molen, Lourens Martens van der Molen, was eerder korenmolenaar op de Baarder molen geweest. Hij was van 1836 tot 1845 molenaar in Easterlittens. Zijn opvolger is niet bekend. Pieter Jutte uit Heerenveen was molenaar van 1855 tot 1859. In het jaar 1859 werd aan de noordzijde van de molen door de nieuwe molenaar Eske Jans Mulder een molenaarswoning gebouwd. Hij overleed in 1860 en zijn erven verkochten de molen met woonhuis aan Tjalling Pieters Hellinga uit Oudkerk. Hij was de laatste korenmolenaar, van 1860 tot 1868. De molen werd op 3 januari 1868 door brand verwoest. De korenmolen is niet weer opgebouwd. De molenaarswoning is later lange tijd door verschillende hellingbazen van de in 1877 gestichte scheepshelling bij Huylckenstein gebruikt en staat er nu nog.



Nomineer een onderwerp voor deze dorpscanon