In 1901 werd de “Nationale Christelijke School” opgericht. De oer-pake van Tine Folkerts-Seffinga, Yeb Seffinga, richtte mede de Christelijke school op. De grond van het failliete bedrijf van Minkema werd opgekocht door de schoolvereniging. Zij kochten het hele stuk op. De ruimte die gebruikt was als schaatsenmakerij en hoefsmederij was in feite één ruimte. Hiervan werden drie woningen gemaakt. Er kwamen mensen te wonen die positief tegenover het Christelijke Onderwijs stonden en hun kinderen, vanzelfsprekend, op deze school plaatsten.
Ook het “direkteurshuis&r